Geweldloze Communicatie is aan de ene kant een soort taal, aan de andere kant een methode om in contact te komen met wat er bij jezelf en de ander leeft. Je gevoelens – dus ook boosheid – zijn daarbij signalen van behoeften. En als je kijkt naar de onvervulde behoefte in plaats van de fout van jezelf of de ander, ontstaat er ruimte om elkaar te ontmoeten.
Je communiceert in vaste stappen, die samen een straatje vormen. Je begint bij je feitelijke waarneming, dan benoem je het gevoel en de behoefte. De laatste stap is een (haalbaar) verzoek aan onszelf of de ander.
Dus in plaats van te zeggen dat je Assepoester niet bent, zeg je: ‘Als ik zie dat de afwas nog op het aanrecht staat, voel ik me geïrriteerd, want ik heb behoefte aan steun. Zou je nu de afwas willen doen?’